KUL

KUL

KUL is het lelijke broertje van SIN en BKK maar als jullie daar allemaal naar toe gaan, dan houd ik KUL voor mezelf!
KUL

Ik heb een 𝓋𝓇𝒾𝑒𝓃𝒹 die helemaal fan is van KUL. Met KUL bedoel ik Kuala Lumpur want sommige steden kun je gewoon met airportcodes aanduiden. En dan zeker AMS, NYC, BKK en CPT. Zelfs als je niet zo’n nerd bent als ik, weet je waar ik het over heb. Maar wat mij betreft mag je voor iédere stad de airportcode gebruiken. Dat geeft toch een beetje aan dat je bij een select clubje hoort en dat is cool. Bonuspunten voor de airportcodes van treinstations (u leest het goed) voor die keren dat je de Intercity Direct neemt van ZYA (via AMS) naar QRH (naar misschien wel BRU).

Wat dan weer helemaal niet cool is, is dat supermodel Jill Kortleve mij heeft ontvolgd nadat ze op haar Instagram stories haar vlucht van Rome naar Londen aanduidde met ROM-LDN en ik dat even ging verbeteren. Je zou het ook mansplainen kunnen noemen maar ik weet niet of luchthavencodes opdringen aan anderen juist mannelijk gedrag is of gewoon autistisch. Maar zo bleven er dus helaas nog maar drie BN’ers over die @jelmerdeboer volgen: Arie Boomsma, Anna Nooshin en Jan Kooijman. Het is te hopen dat zij nooit het vliegtuig pakken.

KUL dus. Het is een beetje het ondergeschoven kindje dat het meestal aflegt tegen BKK en SIN. Want waarom zou je naar KUL gaan als je ook naar BKK of SIN kan gaan?

Nou dat zal ik even uitleggen.

Het hoofddoel van mijn reis was een vakantie naar DPS (via DOH), met vriendin, kind en extended family. Omdat ik een puntjesvlieger ben, heb ik te schaften met het aanbod van awardvluchten en als je met z’n vijven ergens naar toe wil vliegen, betekent dat in veel gevallen dat je dan niet samen kan reizen. Er zijn simpelweg te weinig stoelen aan boord die je kunt kopen met punten. Dus de reisgroep werd opgedeeld. Ik offerde mezelf wel op door alleen terug te reizen via een omweg, terwijl de rest betrekkelijk eenvoudig de omgekeerde richting vloog van de heenreis.

Ik vond een terugvlucht, helemaal vanuit BKK, via HEL naar AMS (en eindstation ZYA). Uiteindelijk miste ik mijn aansluiting en werd het BKK-HEL-CPH-AMS maar dat is niet relevant voor dit verhaal. Dus ik moest alleen nog maar, even, vanuit DPS naar BKK komen en vanuit daar naar Nederland. Maar omdat ik als Bangkoklover al zeven keer in Bangkok was geweest en iets aan mijn normiegedrag wilde doen, besloot ik KUL een kans te geven. Die 𝓋𝓇𝒾𝑒𝓃𝒹 van me was er aardig enthousiast over en in de hoop dat hij dit niet leest, wil ik toch maar even melden dat ik zijn mening over exotische bestemmingen erg serieus neem.

De reden waarom ik naar KUL móést.

Maar goed, ik was nog steeds op DPS en hoe kom je dan in KUL? Daarvoor biedt Singapore Airlines een mooie oplossing. Omdat beide bestemmingen niet alleen in de voor de wereld gangbare regio Zuidoost Azië maar ook in Singapore Airlines’ zone Zuidoost Azië liggen, hoef je slechts 22500 Krisflyer miles te betalen voor een enkele reis in business class. Dat is 28.125 American Express Membership Rewards en dat heb je zo bij elkaar gespaard. Singapore Airlines vraagt ook nog eens zeer schappelijke toeslagen (ongeveer €25) en voor je het weet vlieg je ook nog eens in een fatsoenlijk toestel van DPS via SIN naar KUL. Ook weer geregeld. Twee keer leuke business class en tussendoor even vertoeven op de prima luchthaven van SIN. Je kunt ook gewoon AirAsia boeken voor >€100 als je helemaal geen zin hebt in die overdreven hobby.

Kuala Lumpur had ik al afgevinkt, maar dat was een paar jaar geleden toen ik een overstap van een uur of acht had en even heen en weer naar het centrum ging met dat luchthaventreintje. Snel Indiaas ontbijten en weer terug. Telt wel, maar niet echt. Deze keer had ik drie nachten en twee volle dagen. En dat was voor de snelreiziger een perfect minitripje.

Aanvankelijk had ik vanwege mijn status het Hilton DoubleTree geboekt maar nu had ik een 𝓋𝓇𝒾𝑒𝓃𝒹 het afgelopen jaar enthousiast zien worden over Hyatt. Sterker nog: hij gaat zijn status bij Hilton laten verlopen om hetzelfde niveau bij Hyatt voort te zetten. En omdat deze 𝓋𝓇𝒾𝑒𝓃𝒹 degene was van wie ik die hele vliegtuighobby heb gekopieerd, is er een grote kans dat ik dat blind volg. En ik zeg wel 𝓋𝓇𝒾𝑒𝓃𝒹 maar deze persoon zie ik eens per jaar als we tijdens een lunch met elkaar praten over awardvluchten, en dan plekken volledig uitspreken omdat luchthavencodes niet gemaakt zijn voor spreektaal.

Voor het opgeven van Hiltonloyaliteit naar die van Hyatt gebruik ik de dakpanmethode, die door veel dorpsbewoners ook wordt gebruikt bij het aangaan van romantische relaties: terwijl je nog bij de ene bent, alvast van de andere snoepen en dan op een zeker moment gewoon overstappen. Dat kon in dit geval door gebruik te maken van de zogenaamde Guest of honor. Dat betekent dat die 𝓋𝓇𝒾𝑒𝓃𝒹 zijn loyaliteitstatus aan mij kan toekennen voor de duur van een verblijf. Dan ga ik dus voor het eerst naar een Hyatthotel en dan doe ik net alsof ik de hoogste hotelstatus heb en daardoor krijg ik een upgrade, gratis ontbijt, loungetoegang, vroeg inchecken en laat uitchecken. Goed begin. En ook erg sympathiek trouwens.

In Kuala Lumpur heb je voor €65 echt een zéér keurig hotel in de vorm van Alila Bangsar, die onderdeel is van die Hyattketen. Ik weet nog steeds niet of het goed gelegen is in de stad, maar dat maakte ook weer niet uit omdat zowel het openbaar vervoer als de Grabs er konden doorrijden en bovendien megagoedkoop waren. In dit hotel kreeg ik die upgrade naar een suite en mijn kamer bevond zich op de 37e verdieping, waardoor het uitzicht best aardig was.

0:00
/0:32

Keurig suiteje

Het irritante aan dit hotel is wel dat de lobby op de 41e zit en je eerst daar naartoe moet (met een trage lift) en daarna met een andere lift weer terug omlaag naar de verdieping van je kamer. Als je dan ook nog eens vanuit het aangrenzende metrostation komt, moet je óók nog eens met weer een andere lift naar de begane grond, daarna naar de lobby en dan weer naar beneden naar je kamer. Irritant. Het is zelfs een reden om het hotel nooit meer te boeken. Nu denk ik tijdens het schrijven ‘ach, dat valt toch wel mee’ maar voor dit soort geschiedvervalsing houd ik dus een dagboek bij, waarin letterlijk (en blijkbaar in een gefrustreerd handschrift) is opgeschreven: ‘NOOIT MEER ALILA BANGSAR!!!! GELOOF JE TOEKOMSTIGE ZELF NIET!!!! TRAGE KUTLIFT’.

Het werd tijd om KUL eens te ontdekken. Vanwege globalisering kan ik mijn reishobby en standaard dagindeling op veel plekken ter wereld uitoefenen. Ik had al geoefend in BKK, DOH en DXB en ook KUL bleek een perfecte plek om dit te doen: opstaan, wat schijnbewegingen doen met dumbbells in de hotelgym, een klein ontbijtje scoren in het hotel met wat fruit en de voorspelbare gore automatenkoffie, een wandeling maken in de airco van een mall, de lokale cuisine ontdekken, een middagdutje doen in het hotel, wéér een wandeling maken in een mall en dan wéér eten. En dat dan morgen weer en aan niemand verantwoording afleggen over deze gang van zaken. Behalve die gewiekste blogpost die in een zekere zin dienst doet als precies die verantwoording die ik heel puberaal pleeg te ontwijken.

Over lokale cuisine gesproken: Maleisië is een land waar, naast de naturel Maleisiër, lekker veel Indiërs en Chinezen wonen, maar er ook flink wat Arabische invloeden zijn. Tel daarbij op dat brandstof goedkoop is en alles om de hoek verbouwd kan worden en je hebt de meest lekkere keukens voor de laagste prijzen. Een geweldige voedingsbodem voor mij om nóg chagrijniger te worden over hoe erg het in Nederland gesteld is met al die domme smoothiebowls en """verse muntthee""" in van die verkalkte IKEA-glazen.

Al snel realiseerde ik me dat twee dagen in Kuala Lumpia dus veel te weinig zijn maar dat gaf weinig stress omdat we er heus nog wel eens terugkomen en ik heb net beloofd aan niemand verantwoording af te leggen voor mijn keuzes. In die twee dagen was het daarom ‘maar zien wat de pot schaft’ maar ‘sowieso nasi lemak’ scoren want dat laatste is het nationale gerecht.

We gaan het allemaal maar even bij langs.

Het eerste gerecht telt eigenlijk niet, maar is wel de moeite van het benoemen waard. Omdat ik nogal laat arriveerde in mijn hotel, en ik geen zin meer had om ergens naar toe te Grabben, bestelde ik maar bij de bezorg-Grab. Met succes. De keuze viel op de Roti Leaf Chicken Varuval set (met extra Roti Canai) van Restoran Sri Paandi. Ik had mijn weegschaal niet bij me maar ik schatte de maaltijd op zo’n twee kilogram. Een berg rijst met vier curry’s, twee groentegerechten en die amazing chicken varuval. Nooit eerder gehad. Heerlijk. 32 MYR = €6,50. Would zeker eat again.

De volgende ochtend nam ik na een prima nacht in zo’n lomp groot hotelbed met vier(?) langwerpige(?) kussens een klein ontbijtje (met voorspelde gore koffie) van het, niet heel hoogstaande maar toch best prima, hotelontbijt en peerde ik ‘m naar mijn eerste stop: Pavillion KL Mall. Prima hoor, en ik kocht er van die perfecte notitieboekjes bij MUJI (dikke tip, want past in je broekzak en zijn robuust en prima beschrijfbaar) maar verder niet zo heel spannend. Heb er wel een degelijke wandeling kunnen maken in de airco.

Toen stapte ik naar buiten en ontdekte ik dat ik ook nog via een met bubbleteazaken beklede tunnel naar een belendende mall kon lopen met de naam Fahrenheit88. Moeten ze daar helemaal zelf weten hoe ze die winkelcentra noemen. Was ook niet zo boeiend, maar ik heb er wel mijn nieuwste hobby kunnen uitvoeren door bij een graaibakkenboekhandel (is een boekwinkel met van die boeken die niemand kent en niemand koopt) wat kinderlectuur voor mijn tweejarige dochter kunnen kopen (de hobby is kinderboeken kopen in het buitenland omdat die vaak anders zijn dan in Nederland en we zo samen nieuwe woorden kunnen leren en wellicht ook nieuwe dingen leren over andere culturen).

Toen ik de mall uitstapte, dook ik een steegje in omdat ik er iemand koffie zag maken waarvan ik vermoedde dat het lekker was. Dat klopte ook en ik dronk het op een ongemakkelijk bankje op terwijl ik alweer fantaseerde hoe ik mijn nieuwe MUJI-opschrijfboekjes zou gaan vullen met notities van nieuwe avonturen in nieuwe exotische steden als mijn huidige MUJI-opschrijfboekje vol was.

Verderop in de straat ging ik op een plastic stoel zitten en bestelde ik wat Chinese hapjes en een kokosnoot. Allemaal even lekker (5/7) en 25 MYR = €5 bij elkaar.

De hitte ging me parten spelen en ik nam een Grab naar mijn hotel. Lift in. Lift uit. Lift weer in. Lift weer uit. Lange gang door. Deur open. Airco in. Nog even de 933 pagina’s van Shantaram doorploegen. Uren maken.

Na de pauze bracht ik een bezoekje aan Suria KLCC (Kuala Lumpur City Centre). Dat is ook een mall en die bevindt zich onder de voorlopig nog grootste toeristenattractie van KUL: de Petronastorens. Intussen staat er alweer een veel grotere toren in de vorm van de Merdeka 118 (die ongetwijfeld Merdeka tower zal gaan heten in de volksmond maar ik had dit ook gewoon even kunnen googelen) die alleen dat ding in Dubai voor zich moet dulden, maar de officiële opening laat nog even op zich wachten. En de Petronastorens zijn nog steeds iconisch, maar je kunt ze nauwelijks zien als je er pál onder staat en al helemaal niet als je ín de mall bent. De bedenker van het plafond zal het met me eens zijn.

De KLCC stond op het programma vanwege DIN. Dat is weliswaar de airportcode van Điện Biên Phủ Airport in Vietnam (die door de Fransen is gebouwd om te helpen de eerste Indochinese Oorlog te winnen (niet gelukt en Vietnam werd bovendien gesplitst in Noord en Zuid)) maar hier in KUL gaat het om een merk van dumplingrestaurant Din Tai Fung. En de mall herbergt een Books Kinokuniya, waar ik graag kom maar wat altijd wel wat moeite kost omdat de vestiging die het dichtst bij mijn huis in Amsterdam in Dubai is. Er is er dus ook één in Kuala Lumpur, maar die viel mij wat tegen. Wel een kinderboekje kunnen scoren. En daarna bij de MUJI een paar van die notitieboekjes.

DIN was wel weer een perfecte keuze en, niet heel verrassend meer, heel goedkoop. Voor 5 gerechten en een blikje cola zero (de ijsthee was op) 75 MYR = €15.

De volgende dag duurde het nogal lang om trek te kweken, maar dat wist ik nog niet toen ik 's ochtends naar de volgende mall ging. De Mid Valley Megamall deed z’n naam eer aan en vond ik nogal mid. Wel kocht ik bij de MUJI nog een paar van die notitieboekjes.

Met een snelle gymsessie hoopte ik mijn eetlust op te wekken, maar tegelijkertijd moest ik me ook per se om twee uur ’s middags melden bij het zwembad van het hotel omdat dat door wat mij betreft twijfelachtige architectenkeuzes het enige tijdstip was dat er een klein beetje zon de ligbedjes wist te bereiken. Ik had namelijk besloten deze vakantie aan mijn tan te werken en het is een traditie om de laatste dag van de vakantie het randje op te zoeken (en dus vrijwel altijd iets roder dan goudbruin af te sluiten). Door slechte planning, en wolken, mislukte dit volkomen.

Matige zwembadzonpositionering, imho

Zonder honger en zonder reservering ging ik toen toch maar naar het altijd populaire Heun Kee Claypot Chicken Rice. Zelfs de Grabchauffeur kende het én keurde het goed. Dus dat moest wel goed zijn. Dat was het ook (en ook goedkoop @ 30 MYR = €6), maar ik zou er niet snel terugkeren. Ik ging een rondje lopen maar toen ging het ook regenen. Dus bestelde ik een Grab.

Door het maaltje had mijn eetlust weer levenslust gekregen en dus besloot ik te kijken of er in de plaatselijke Chinatown wat te schaften was. Maar eerst: in een winkeltje notitieboekjes kopen, die qua formaat niet onder deden voor die van MUJI, maar wel qua kwaliteit. En qua prijs trouwens. 0,35 MYR = €0,07 per stuk. Top. Ook nog even een koelkastmagneet gescoord. Verder is die toeristenstraat Jelan Petaling ondanks geinig klinkend en waarschijnlijk zeer aansprekend voor de 20-jarige versie van mezelf (vanwege de goedkope neppe voetbalshirts) niet heel boeiend. Wel een leuk uitzicht op die enorme toren, die pal naast deze wijk staat.

Ik keek naar links en zag een beef noodle soup die er op het plaatje lekkerder uitzag dan ‘ie in werkelijkheid was. Soms ben je 37 jaar oud en word je er bij iedere kom noodles weer aan herinnerd dat je noodles bijna nooit lekker vindt. En ik was ervan overtuigd dat er een flink deel van een runderoor in m’n soep dreef. Ik heb erin gebeten, maar ik kwam er niet doorheen.

Toen maar bij de 7-Eleven een ijsje en een paar mooie gekleurde rollen tape gekocht en het lokale metrootje gepakt. Mijn halte was immers met een loopbrug verbonden met mijn hotel. Althans, het gebouw waar ook het hotel in was gevestigd. Stukje over die brug. Lift in. Lift uit. Andere lift weer in. Andere lift weer uit. Nog een andere lift in. Nog een andere lift uit. Lange gang door. Deur open. Airco in. Nog even Shantaram doorploegen.

Tijdens dat boekdoorploegen realiseerde ik me dat ik een hotel in Little India had geboekt zonder maar één stap buiten de hotelgrenzen te zetten. En hoewel ik al twee diners achter de kiezen had, kon ik het niet laten om toch nog even het lokale Indiase restaurant te bezoeken om daar ook een claypot rice (nu met schaap) variant te eten (23 MYR = €4,58), waarvoor ik eventueel wél terug zou komen. Een dag zonder fatsoenlijk ontbijt, en zonder überhaupt een lunch, werd zo dus alsnog goed gemaakt door een Chinees, nog een Chinees en een Indiaas diner. Top.

Terugkomdiner

De volgende dag moest ik me al vroeg op de luchthaven melden voor mijn AirAsiavlucht naar Bangkok, en op de luchthaven vond ik in de plaatselijke Priority Pass Lounge op de valreep nog even een smaakvolle nasi lemak mét chicken rendang. Mmmm.

Zo had ik in twee dagen Kuala Lumpur op beginnerniveau uitgespeeld, maar volgens mij is er nog veel meer te beleven. Dus ik moet zeker weer terug naar KUL.

Lees alles en krijg nieuwe posts in je mailbox