De beste manier om een taal te leren

De film The Bourne Identity kwam in 2002 uit en ongeveer tien jaar later pas dacht ik dat ook ik als hoofdpersoon Jason Bourne wilde worden. Ik meldde me niet bij de overheid om deel te nemen aan een programma voor geheim agenten en ook deed ik niet extra mijn best in de sportschool maar ik had het volgende bedacht: als ik nou tijdens mijn hardlooprondje een koptelefoon op deed en Spaans ging leren, dan was dat ook wel redelijk Jason Bournerig. 5k every day en dan in dat krappe half uur een audiobook opzetten die me de basisbeginselen van die gekke lispeltaal van dat irritante volk bijbracht.

Waarom Spaans? Geen idee, dat leek mij toen de beste zet. En ook wel een mooi gezicht als die 50% Drent / 50% Fries opeens een boom op kan zetten in het Español.

Claro.

Nouja, dat werkt dus helemaal niet. Ik kan me helemaal niet concentreren op het leren van een taal als ik aan het hardlopen ben. Ik steek er zo helemaal niks van op. En audiobooks zijn ook geen goeie manier om een taal te leren. En Spaans is helemaal niet leuk, laat staan zinvol. En hardlopen ook niet.

Ik stopte er na precies anderhalve hardloopsessie mee en meldde me bij het spreekuur in het lokale ziekenhuis voor een MRI.

Zo bleef mijn talenknobbel gevuld met mijn moedertaal Nederlands, het pas na de middelbare school (door vooral televisieseries en internet) opgekalefaterde Engels, een beperkt stukje Frans, nog beperkter Duits, de cijfers één tot en met tien in het Slowaaks en alleen de scheldwoorden van het Pools.

Spierdalaj!

Het blijkt trouwens ook dat omdat het cool is helemaal geen goede reden is om een taal te leren. En Jason Bourne bestaat niet in het echt.

Dat stukje Pools in mijn vocabulaire was noodzakelijk. In het diepvriespakhuis van Albert Heijn waar ik toen samen met een trosje Polen werkte was het de enige manier om met die gasten te communiceren. Nouja, we spraken er met z’n allen een soort creools met Duitse, Engelse, Poolse en Nederlandse invloeden. En mijn naam Jelmer was te moeilijk, dus heette ik er Johnne. Zo communiceerde ik met Cyba, alle Kryszstofs, Marcin, Andrzej en Michal. En met Sibbele en Robin trouwens.

Jammer eigenlijk dat iedereen op de wereld Engels spreekt. Dan kun je dus bijna overal met die taal uit de voeten. In de meeste van de landen die ik heb bezocht werkte dat prima. Maar tegelijk krijg je wel minder krediet als je het niet eens probeert. Het is veel leuker om de lokale taal te spreken, of tenminste een poging te wagen. Zo maak je veel betere vrienden. Hoewel, ik ook heb het vermoeden dat mijn zeer lage Uberrating te wijten is aan mijn geneus in de herkomst van de lokale Uberchauffeurs in Kaapstad en mijn drang om hoi en doei in het Shona te kunnen zeggen.

Nyeredzi nhatu.

Terug naar het leren van een taal. Dat werkt dus het beste wanneer je het nodig hebt. Daarom zijn talencursussen op locatie ook zo succesvol. Kun je direct op de lokale markt een hovno s ní sendvič bestellen. En daarom kan iedereen die een half jaar in Zweden studeert daarna ook gewoon de rest van z'n leven een aardig woordje Skåndönåvös.

De beste manier om een taal te leren is dus noodzaak. Punt. Maar ik heb net al verteld dat het, wanneer de hele wereld Engels spreekt, enkel nog noodzakelijk is om Engels te leren. En met dat kleine beetje middelbareschoolengels wat je in Nederland leert kun je echt wel overal uit de voeten.

Yes.

Zodoende kom je dus in de situatie terecht dat het eigenlijk allemaal wel prima is. Waarom zou je? Beter moeite steken in het leren bouwen van een mooie boomhut, of tomaten en aardappelen aan dezelfde plant verbouwen.

Tot je een kind krijgt met een Braziliaanse. En die moeder van die Braziliaanse, niet heel toevallig óók Braziliaanse, uitsluitend Portugees met je inmiddels anderhalf jaar oude kind praat. En dat brengt weer een nieuwe noodzaak met zich mee.

Zo werd ik een paar weken geleden gewekt door eerdergenoemd kind met de woorden acorda en ik wist niet wat het betekende. Bleek dus later gewoon ‘wakker worden’ te betekenen, wat ik misschien ook wel had kunnen verzinnen. Maar dat was dus één van de vele woorden die mijn kind wél kent, maar ik niet. En ik had net verteld dat mijn kind anderhalf jaar oud is.

Vingers blijken dedos. Tenen trouwens ook. Heb ik van mijn kind geleerd.

Op mijn beurt probeerde ik weer aan mijn kind uit te leggen dat dat beest met die puntige oren en die hazentanden een konijn is, maar inmiddels wist zij mij te vertellen dat het eveneens een coelho was. Wat ik dan weer grappig vond want zo werd Paulo Coelho opeens Paul Konijn. Iets minder exotisch.

Enfin, het wordt dus tijd om het nageslacht een beetje te kunnen bijbenen. Het nadeel is dat zij beter is in talen onder de knie krijgen dan ik (want meer noodzaak—immers, zij heeft nu vooral, voor haar omgeving wel verstaanbare maar meestal onbegrijpelijke, oerkreten tot haar beschikking), maar het voordeel is weer dat ik beter kan programmeren dan zij. Echt veel beter.

Dus heb ik maar een appje gemaakt waarin basiswoorden uit de Portugese taal aan mezelf kan leren (wel via het Engels, want: zie boven). Gewoon dieren, groenten, fruit, dat soort dingen. Dat stond eerst gewoon ergens achteraf stiekem op een subdomein van dit blog, maar het is veel leuker om dat openbaar te maken en groot te dromen. Naam, domeinnaam, mogelijkheden tot uitbreiding, etcetera.

Daarom introduceer ik vandaag talelere.com waarop ik eerst maar eens probeer een anderhalf jaar oud kind bij te houden en jij, beste lezer, misschien ook wat van kan opsteken.

Maar alleen als het noodzakelijk is he?

Boa sorte!

Plaatje:

Bewaar even als 'eerste versie Talelere'