Op de vlucht naar Muscathmandelhi

Op de vlucht naar Muscathmandelhi

Ik had 8 dagen en zin om te vliegen. Dus ging ik naar Oman, Nepal en India. Het werd een reis om over naar huis te schrijven. Bij dezen dus.
Op de vlucht naar Muscathmandelhi

Ik vind mezelf een nogal bereisde peer. Dat bén ik ook. Maar hoe meer je reist, hoe beter je erin wordt en hoe saaier het wordt. Voor je het weet ben je tien winters achter elkaar naar Zuid-Afrika geweest en is je enige reden nog ‘ja nee want dat doe ik ieder jaar’.

Het is geen stoer doen meer (dat was het na drie jaar wel, denk ik). Het is saai.

Als ik niet mezelf een trap onder mijn, ondanks zeer lage PR op hip thrust best aardig gevormde 50% Drentse / 50% Friese, kadetjes had gegeven dan was ik op reis gegaan naar Dubai en Bangkok. Lekker makkelijk. Was ik al vaker geweest. Zelfde Hiltonhotelletje. De bekende wereld. Geen verhoogde hartslag. Ontspannen.

De Boeddha zou me een half punt geven voor mijn aimlesness, maar me eraan herinneren dat ik nog steeds de reis nodig heb om eindelijk voldaan te zijn.

Dus ik moest eens wat anders, maar niet knetteranders.

Etappe 1: 🇴🇲 Muscat

De eerste bestemming werd daarom Muscat in Oman. Waarom? Daarom. Maar ook omdat je er met 55.000 Flying Blue puntjes en nog geen 200 piek naartoe kunt vliegen met ‘de KLM’ in business class. Over ‘wat anders’ gesproken, ik hoef niet per se met KLM te vliegen want ik ben er nooit echt over te spreken. En zeker niet over de Airbus A330-300, wat in mijn ogen, en in KLM’s configuratie (de manier waarop ze hun cabine inrichten), niet echt best is.

Het tegendeel bleek dus waar. De reis was verrassend leuk. Die stoel was ‘best ok’ en ik had geen buurman noch buurvrouw, dus ook qua privacy zat het daardoor zo snor dat het bijna baard zat. Het cabinepersoneel op de vlucht, waar ik dus normaal gesproken geen hoge pet van op heb (ook al vind ik dat je altijd een beetje lucht in je pet moet hebben, anders lijk je zo’n Amsterdam-Noordbewoner met wielrenfiets en snor), was zéér attent en behulpzaam. Ik heb zelfs nog een half uur met de gezagvoerder (verwarring zaaiend woord voor piloot) zitten babbelen tijdens een technische stop in Dammam. Mijn basischagrijn tegenover KLM is door deze vlucht verdwenen. Ik ben nu neutraal maar hoop nog wel dat ze failliet gaan en er een nieuwe luchtvaartmaatschappij komt die het gat opvult en een keertje normaal kan doen.

Ik heb ook voor het eerst zo’n KLM-huisje geaccepteerd, die intercontinentale businessclasspassagiers krijgen aan het einde van hun vlucht. Maar alleen omdat ik erachter kwam dat je die dingen voor wel €50 op Marktplaats kunt verkopen.

De luchthaven van Muscat (MCT) bleek de best ruikende luchthaven die ik ooit heb bezocht. Ik verdenk de vele tientallen dennenbosgeurverstuivers hiervan. Het is bovendien een ruim, nieuw, sfeervol en stijlvol ingericht, glimmend apparaat, dus naast de neus kregen ook de ogen flink de kost. De paspoortcontrole duurde overigens eeuwen. Ik werd ook nog uitgelachen omdat ik een visum had aangevraagd terwijl ik als Europese Uniër zeker geen visum nodig had voor de drie dagen dat ik Oman zou bezoeken. Daar had ik me al een paar dagen eerder voor geschaamd, toen ik er zelf achter was gekomen.

De stad Muscat maakte zich op (niet letterlijk) voor het Offerfeest en dat betekende voor een simpele toerist als ik dat er geen hond op straat was omdat het eerst de rustdag was en daarna zat iedereen bij familie thuis te eten. Dat ik een bezocht bracht aan deze woestijn-aan-zee in de maand juli was misschien ook debet aan de uitgestorvenheid, maar ik realiseerde me opeens dat er natuurlijk ook plekken zijn waar het laagseizoen is terwijl het bij ons zomervakantie is. Dat kan natuurlijk ook. Ik noteerde deze realisatie in mijn opschrijfboekje met titel Gewiekste comebacks naar mensen die vinden dat ze alleen in de zomervakantie op vakantie moeten en dat het daardoor altijd duur en stressvol is. Komt in de nieuwe versie van Thuisblijven is duurder.

Ik wilde twee dingen doen in Muscat: de moskee bezoeken (niet om te praktiseren) en eten. Dat laatste was een simpel verzoek van mezelf aan mezelf. Ik had ooit in Turkije Jemenitisch gegeten en mijn hersencellen knoopten de geografische aangrenzendheid van Oman en Jemen aan de culinaire aangrenzendheid. Dat bleek een prima aanname. In Oman en Jemen eten ze inderdaad hetzelfde, gebaseerd op eenmaal Jemenitisch en eenmaal Omaans eten.

Die moskee werd bezocht en er was drie man en een paardenkop, waarvan ik één van die man was. Wat een geweldig gebouw. Mijn emotie was er ‘berusting’ omdat mensen anno nu nog hun best doen om extreme schoonheid met architectuur te combineren en niet altijd overal glazen rechthoeken neerzetten. Dat daar een religie voor nodig is, is volgens mij alleen maar een pluspunt voor die religie. Goed gedaan Islam.

Ik at in Muscat dus Jemenitisch. Dat had niet veel gescheeld want niemand in het restaurant sprak Engels (en ik geen Arabisch) dus ik gokte iets op de kaart. Het bleek een prima gegrilde halve kip op misschien wel de lekkerste rijst (het is niet een spannende categorie om het lekkerst in te zijn) die ik ooit at. Misschien.

Samenvatting etappe 1 (Muscat)

Etappe 2: 🇳🇵 Kathmandu

Een vriend zei ‘ik zou naar Kathmandu gaan’ zonder dat ik me daar argumenten voor kon herinneren. De boeking was snel gemaakt. Vanuit Oman kun je voor zo'n €125 via Dubai, met Flydubai, ernaartoe vliegen op prima tijden (en ook op minder goede tijden). Korte vluchten zijn voor mij vrijwel nooit een reden voor enige bezorgdheid over ongemak of stress. Ik reis altijd met alleen handbagage, heb een Priority Pass voor loungebezoek (tijdens deze hele reis, met zeven vluchten, bezocht ik acht, uiteraard gratis, lounges) en doe mijn best om een stoel aan het raam te fixen om lekker naar buiten te kijken. Muscat naar Dubai is een uur vliegen. Van Dubai naar Kathmandu is het vier en een half uur. Weinig wolken, dus ik heb me prima vermaakt vanaf stoel 4a.

Een taxi bracht me voor 950 NPR (voor het gemak delen door 127 en een beetje) naar mijn hotel Fairfield by Marriott. Ik dumpte mijn spullen op mijn bed en stapte de avond van Kathmandu in. Snel werd ik door allerlei tuig en gespuis aangesproken met het verzoek om de nachtclub te bezoeken en of ik al dan niet verschillende soorten drugs wilde kopen. In dit gure buurtje zag ik alleen maar rolluiken voor de winkels. Ik maakte rechtsomkeert en ging maar slapen.

De volgende dag werd mijn eerste indruk uitgewist door een veel betere tweede indruk. Hoewel ik in Thamel, het toeristische gedeelte van Kathmandu, verbleef, vermaakte ik mij opperbest met de geur van wierook (en uitlaatgassen), allemaal oude gebouwtjes, pagoda’s en prachtige tempels. Goed gedaan Hindoeïsme.

Over tempels gesproken: in Pashupatinath, het grootste tempelcomplex van de stad, was ik onder begeleiding van een gids (wist ik ook niet dat ik die nodig had en/of aan de kop zou trekken voor een tour) getuige van een crematie op de rivieroever. Laten we het erop houden dat het bijzonder was om te zien, maar ook leerzaam om te begrijpen waarom Hindoes al twee uur na hun dood op de brandstapel worden gelegd.

Kathmandu is niet alleen de stad van ceremoniële crematies. Je hoeft maar een meter door de wijk Thamel te lopen, of je struikelt over de bergbeklimwinkels met stoffige The North Facejassen. Het is de plek van waaruit allerlei expedities en wandeltripjes om, in en naar de Himalaya worden georganiseerd. Dit is ook de reden waarom er in de wijk ook om de haverklap souvenirwinkeltjes en hamburgerrestaurants zijn. Het viel me op dat er, ondanks twee jaar van toeristenschaarste door corona, weinig wanhopige verkopers je een winkel in proberen te sleuren. Wel loopt er hier een daar een dude vele honderden meters met je mee tijdens je wandelingen en stelt je allemaal vragen. Ik weet nog steeds niet of die dudes me uiteindelijk iets afhandig wilden maken of dat het gewoon vriendelijke bazen waren. Ik naam voor de zekerheid een gesloten houding met een boze nukkige kop aan.

En qua eten dan, beste lezer? Nou, ik had dus gehoopt dat Nepal een kruising tussen India en China zou zijn omdat deze geografische sandwich daar een mooie reden voor is (het brein is simpel, zoals u weet). Ik weet niet of dit klopt. Ik at er een Tibetan plate bij Utse dus dat hielp me niet bij mijn onderzoek. De dag erna at ik bij het Chinese restaurant ertegenover ‘de specialiteit’ wat een prima kop noedelsoep met rundvlees was. En verder heb ik hier en daar momo (of momo’s) (of mo:mo:) gegeten en dat zijn dumplings en dat heeft ieder land behalve Nederland. Dus: ik weet het niet? Ik heb in ieder geval prima gegeten.

Ik kon het ook niet laten om, ondanks dat ik zweer bij een e-reader wanneer ik op reis ga, een enorme stapel boeken te kopen in de vele boekenwinkels die Kathmandu rijk is. De enige categorie in die winkels is trouwens ‘Nepal’, dus ik heb nu allemaal boekjes over hoe ik een ambitieloze maar wel voldane baas wordt. En kinderboekjes over Hindoegoden.

Wat nog even de moeite van het vermelden waard is, is Garden of Dreams, wat een nogal overdreven naam is voor een best behoorlijk stukje tuin in een chaotische stad. Dikke tip.

Samenvatting etappe 2 (Kathmandu)

Etappe 3: 🇮🇳 New-Delhi

Ik moest nog naar Delhi want vanuit Delhi kun je tenminste op een fatsoenlijke manier terug naar Nederland. Mijn oog was, vanwege een overvloed aan Flyingbluepuntjes, gevallen op een reis van Delhi naar Londen met Virgin Atlantic en dan met KLM naar huis. Voor €190 en 79.000 puntjes deze keer. Iets duurder dan gangbaar, maar ik moest wat (ik boekte twee dagen van tevoren).

De vlucht van Kathmandu naar Delhi voer langs de door de wolken prikkende Himalayatoppen en dat was helemaal fantastisch om te zien, maar ik zat ook wel helemaal mooi aan de verkeerde kant van het vliegtuig. Als je ooit de route KTM-DEL vliegt, houd er dan even rekening mee dat je aan het raam wil zitten aan stuurboordzijde en in de meeste gevallen is dat een stoel met de letter F.

Ook in Delhi deed de paspoortcontrolemeneer er zo megalang over dat ik nog overwoog om gewoon een welverdiend tukje te doen op de luchthaven, maar mijn ijzeren doorzettingsvermogen (dat is illustreerde door simpelweg in een rij te staan) won het van deze gekke gedachte. De prima en ook rustige metro bracht me naar mijn hotel één stop verder in Aerocity waar ik ondanks het betrekkelijk vroege tijdstip van 12:00 uur (hotels denken altijd dat mensen tussen uitchecktijd 11:00 uur en inchecktijd 15:00 uur op straat leven) een kamer vrij was. Geen upgrade helaas (ondanks status die er ‘bij beschikbaarheid’ recht op geeft) maar dat kwam ook door die vroege inchecktijd. Er waren simpelweg geen kamers vrij (ik heb niet gecheckt of dit waar was want ik was al lang blij dat ik even mijn zooi kon droppen in een kamer en ik op schoon bedlinnen kon liggen voor een paar minuten).

De metro in Delhi werkt helemaal prima, maar toch opteerde ik voor Uber (vanwege de enorm lage prijs) en tuktuk (of riksha) vanwege dezelfde reden. Beide vervoersmiddelen zorgden er trouwens ook voor dat ik nog wat van mijn omgeving kon zien en Delhi kon ruiken. Dat kon, maar het was lang niet zo chaotisch als ik had verwacht. Dat kwam misschien ook omdat mijn 24 uur zich voornamelijk afspeelden in New Delhi en niet in de oude stad. New Delhi is een zeer ruim opgezette stad, vol met enorme parken en brede goed geasfalteerde lommerrijke lanen. Waar verkeersdeelnemers trouwens allemaal in gedeukte voertuigen elkaar toeterend voorbijkarren. Voor een simpele toerist als ik is dat natuurlijk precies de Oriënt uit de boekjes.

Ik wilde graag de India Gate zien omdat dat een icoon en symbool van de stad is en ook omdat er vanuit daar via een park van ruim twee kilometer een ander mooi gebouw te zien is. De Gate bleek, ondanks het gebrek aan deur, dicht. In verband met COVID, zei de rikshachauffeur.

Connaught Place, een kilometer verderop, stond in mijn hoofd nog naast de notitie ‘veel dingen te eten’ en dus moest ik daar dan maar naar toe. Mijn hoofd had ongelijk, of ik keek niet goed, want er was nauwelijks wat te tjappen. Wel kocht ik er een prima sportbroekje in de lokale Adidaswinkel waar ik even ging schuilen voor de airco. Serendipiteit.

Wat te doen? De korte nacht en de hitte begonnen hun tol te eisen dus ik pakte de metro terug naar mijn hotel. Ik had besloten om twee uur te rusten in airco en onderbroek en mijn laatste avondmaal te nuttigen in het zeer hoog aangeschreven Bukhara.

Bukhara krijgt een 6/5 van honderdduizendmiljoen beoordelingen en mensen noemen het zelfs ‘het beste restaurant van India’. Ik was daar, ondanks mijn stoere praatjes over autonomie (Grieks voor ‘maak ik zelf wel uit’), gevoelig voor. En dus trok ik na het bedlinnenrelaxmoment mijn groene t-shirt aan waar mijn pectoralis major goed in uitkomt en stapte in de Uber. Het restaurant had nog plek voor één nukkige gast, maar dat was wel een stoel richting een raam met uitzicht op de hal van het hotel waar het restaurant in gevestigd was. Dat mocht de pret niet drukken, dacht ik. Maar dat deed het wel. Het was gewoon een kutplek.

Het eten was ook helemaal dramatisch. Gewoon een all-you-can-eat buffet, maar dan dat een ober stukjes vlees op een bord uit de keuken voor je neerzet, allemaal hetzelfde gekruid. Kebab, vis, kip, garnaal. Allemaal hetzelfde. Aardappel, bloemkool, hüttenkäse. Allemaal boring. Ik sloeg het dessert af, betaalde de rekening met maar liefst 10% korting, en ging pitten.

Samenvatting etappe 3 (New Delhi)

  • Vlucht: Kathmandu (KTM) naar New Delhi (DEL) in economy class voor €96 (13 dagen van tevoren geboekt)
  • Verblijf: Holiday Inn New Delhi International Airport voor €117 per nacht (was er 1 nacht) en had status bij IHG maar door een vroege check-in was er geen upgrade beschikbaar. Prijs inclusief ontbijt en airport transfer.
  • Gezien maar niet echt gezien: India Gate
  • Gegeten maar niet echt gegeten: Bukhara

Toegift: ✈️ Werelds domste business class

Het surrogaattoetje van de reis was de vlucht met Virgin Atlantic tussen Delhi en Londen. Maar ik wist al dat dit kans zou maken op de award voor de domste business class in de lucht. Dat bleek 1 seconde na het aan boord stappen helemaal waar te zijn. Voor degenen die er niet van op de hoogte zijn: er zitten ramen in een vliegtuig met als voornaamste, maar ook enige, eigenschap dat je daardoor mooi naar buiten kunt kijken (zonder dat je hoofd bevriest). Dit kon Virgin Atlantic bij het ontwerpen van het vliegtuiginterieur blijkbaar aan de spreekwoordelijke reet roesten en de airline heeft in business class alle stoelen met de rug naar het raam gezet. U leest het goed. Deze opstelling heeft geen enkele andere airline en volgens mij is daar een goede reden voor: omdat het namelijk knetterdom is. Het resultaat aan boord is dat iedereen met zijn voeten naar het gangpad zit en dat je dus a) naar iedereens voeten kijkt alsof het Pedicure Airways is, 2) de hele tijd zweetvoeten ruikt en d) kans maakt op uitzicht op die idioot die zijn sokken uit doet aan boord van een vliegtuig.

Ook het dimmen van de lichten (en dimmen van de ramen aan boord van deze Boeing 787-9 Dreamliner) op een dagvlucht (vertrek, met anderhalf uur vertraging, 11:30 en aankomst 17:00 met een vliegduur van 10 uur) vind ik minachting van je passagiers. Ik wíl helemaal niet pitten, ik wil een boze blogpost met allemaal bijvoeglijk naamwoorden schrijven en uit het raam kijken en gokken welke stad en gebergten ik zie. Ok, en Death on the Nile kijken. Helaas was het scherm kleiner dan dat op een coronatest.

Qua voedsel kan Virgin Atlantic ook echt helemaal niks. Op een vlucht die om 10 uur in de ochtend vertrekt serveer je geen ‘diner’ na opstijgen en daarna de hele vlucht niks. Het ‘diner’ was ook helemaal troep. Salade saai. Paneer jaituni kofta meh. Dessert matig. En alles met hetzelfde bestek. Ondanks woeste baard en vierkant voorkomen ben ik echt geen holbewoner en wens ik, gewoon om de beschaving te vieren, een schone lepel om mijn verdrietige chocolademousse te doen verdwijnen.

Samenvatting etappe 3 (New Delhi)

  • Vlucht: New Delhi (DEL) naar Londen (LHR) in business class met Virgin Atlantic met daar op aansluitend Londen (LHR) naar Amsterdam (AMS) in business class met KLM, geboekt voor 79.000 Flying Blue punten en €187 (2 dagen van tevoren).
  • Stoel: 3A, net als alle andere stoelen de kutste stoel aan boord. 1A bij KLM, maar Europese business class is om te huilen.
  • Gezien: Death on the nile. Prima te beuken film.
  • Gegeten: Goor vliegtuigvoedsel.

Al met al was de reis, zoals jullie de afgelopen 2991 woorden hebben kunnen ervaren, om over naar huis te schrijven. 5/7 would totally do again, maar dan naar allemaal andere landen.

Lees alles en krijg nieuwe posts in je mailbox