Havisme

De middelbare school is een mooie voorsortering op de rest van je leven. Waar je op de basisschool nog gezellig heterogeen met allerlei soorten en maten mensen samen in een klas plaatsneemt, leert en speelt, vindt erna op de middelbare school een belangrijke schifting plaats, tussen havisten en niet-havisten.
Havisten zijn op de middelbare school de beste mensen. Ze zijn het aardigst, assertiefst en vaak ook het knapst. Ze kunnen fatsoenlijk communiceren, hebben soms zelfs een boek gelezen, nemen risico’s maar hebben ook nog een redelijk inzicht in hun op dat moment nogal vriendelijke en beperkte kleine wereld. Het maakt ze degenen die het best om kunnen gaan met het proces van volwassen worden. Dit in tegenstelling tot niet-havisten, die wat meer moeite hebben om zich te vormen tot een volwassen exemplaar. Niet-havisten zijn de wat praktischer ingestelde mensen die begrijpen en internaliseren dat de echte wereld voor hun neus de belangrijkste is of het zijn de dromers die er al snel achterkomen dat het allemaal niet zo simpel is als het lijkt. Havisten zitten hier precies tussenin en begrijpen van beide uitersten absoluut niets.
Havisten hebben vijf jaartjes nodig voor de middelbare school en worden niet al te streng beoordeeld op hun werk. Ze schikken zich eigenlijk overal wel in. Zelfreflectie is niet nodig, want het is toch allemaal wel prima. Reflectie op anderen is al helemaal niet vereist, want als gemiddeld mens behoor je in de meeste gevallen tot het gemiddelde en als havist al helemaal. Als je vijf jaar lang geen uitzondering bent, ga je denken dat iedereen zoals jou is en zou moeten zijn. Het vermogen om je te realiseren dat er ook andersdenkenden op de wereld zijn wordt er op de middelbare school stilletjes uitgefilterd. Niet nodig. Daar komt alleen maar ellende van in die beperkte havistenbreintjes.
Havisten gaan commerciële economie studeren. Of communicatie. Of iets anders dat niet nodig is in de echte wereld. Zo kunnen ze later in een iets te ruim zittend pak Excelsheets naar collega’s e-mailen en afbeeldingen in Powerpoint erachteraan. Ze worden aardig betaald en gaan daardoor ook denken dat ze ook maar iets bijdragen aan de samenleving. Soms moeten ze een presentatie geven en als er dan meer dan acht mensen in een muf zaaltje zitten, denken ze dat ze belangrijk werk doen. Het gaat bij havisten nooit om de inhoud maar om de vorm. Erkennen dat ze best gemist kunnen worden komt niet in ze op. Logisch redeneren kunnen ze wel, maar alleen binnen hun eigen realiteit. Ik heb toch een pak aan? Ik zit toch in een vergadering? Ik ben toch iemands manager? Ik heb toch een werktelefoon? Ik doe er dan toch toe?
Als ze voor zichzelf werken, worden ze coach. Havisten zijn altijd coach. Altijd dat belerende. Twee keer zichzelf overtroffen door meer dan een bladzijde uit een boek te hebben gelezen, drie keer wat geprobeerd en opeens is er de overtuiging om andere mensen iets te leren. Vaak gaat het dan om details. Havisten geven alleen om details. Het onthouden van meer eigenschappen of een groter geheel kost namelijk moeite, tijd en bescheidenheid.
Als volwassene denkt de havist nog steeds dat dat de wereld der havisten is de enige wereld is. Een wereld waarin talrijke middelmatige mensen zonder enige introspectie de dienst uitmaken. De wereld van de havist bestaat voornamelijk uit andere havisten die elkaar nooit kritisch bevragen omdat ze niet begrijpen dat het ook anders kan of zou moeten. Twijfel komt niet voor bij de havist, omdat er altijd genoeg andere havisten te vinden zijn die het met hem eens zijn. Ze hebben soms wel een pittig meninkje, maar niet-havisten zien die al van kilometers ver aankomen en halen hun schouders ervoor op. Het meninkje is zo niksig dat niemand, behalve andere havisten, erop reageren. Daardoor denkt de havist weer dat het een gewaagd standpunt was.
De havist voelt zich beter dan de rest van de wereld. Per definitie is dat natuurlijk onmogelijk, maar dat begrijpen ze niet. Hoe intelligenter je bent, hoe beter je je kunt voorstellen dat er zowel minder als meer intelligente personen zijn. Hoe dommer je bent, hoe minder het je uitmaakt wat andere mensen vinden. Zowel domme als intelligente mensen weten bovendien dat intelligentie geen deugd is. De havist zit ertussenin: ze begrijpen het niet, ze zien het niet en ze denken dat intelligentie een meetlat is. Daarna gaan ze door met borstklopperij.
In de echte wereld heb je het vermogen nodig om te snappen wanneer welke informatie bruikbaar is en wanneer en hoe je kennis kunt toepassen. Ook is het soms geruststellend om te accepteren dat het overgrote deel van het bewustzijn vertroebeld is of nog moet komen. Havisten missen dit vermogen. Die zijn ervan overtuigd dat data, informatie, kennis en wijsheid hetzelfde zijn. Het model is de wereld. De kaart is het terrein.
Havisten zijn marketeers en ook mensen die in marketing trappen. Maar het zijn ook mensen die boos worden op marketeers als ze erachter zijn gekomen dat marketeers werkelijk voor hun beroep listen aan het verzinnen zijn om andere havisten zo veel mogelijk spulletjes te laten kopen. Zo houden ze elkaar bezig. Havisten zijn druktemakers op sociale media maar ook mensen die in de drukte mee gaan en hun schaarse niet-havistenvrienden ermee onderkotsen op verjaardagen. Het zijn bn’ers en mensen die interviews met bn’ers lezen in magazines gemaakt door een havistenredactie van groepdenkers. Het zijn petititestarters en petitieondertekenaars. Vandaag is dit belangrijk. Morgen dat. Havisten missen het vermogen en het geduld om complexiteit te onderscheiden, te accepteren en te bestuderen. Het zijn columnisten en opiniemakers, influencers en coaches. De havist snapt er precies weinig genoeg van om overtuigd te zijn van z’n eigen gelijk. Ze zijn altijd zo stellig overtuigd van hun een kwartier geleden bedachte mening, online verpakt in een onderschrift bij een foto van zichzelf. Iedere niet-havist ziet in die glazige blik de verdrietige overtuiging van een onbelangrijk onjuist standpunt. De havist zelf niet.
Humor, cynisme, ironie, beeldspraak, metaforen en sarcasme vliegen in een noodvaart langs de havist, behalve als het over de havist zélf gaat. Alleen expliciete fenomenen worden door een havist herkend en dan volgt er weer een boos verontwaardigd tweetje dat kan rekenen op bijval van andere snel afgeleide havisten. Dan retweeten ze het met de zeer weloverwogen tekst 'dit' erboven. Een icoon voor het stroperige havistenbrein. Steeds net iets te laat maar precies op tijd om zichzelf een interessante baas te vinden. Alleen de havist kan 'de ophef betreuren' of alleen excuses maken als hij iemand heeft gekwetst.
Havisten verwisselen de termen milieu en klimaat maar dat maakt niet uit want de andere havisten snappen het verschil ook niet. Samen communiceren ze in vage termen en maken ze zich druk om details. Ze bestrijden overconsumptie door zo veel mogelijk duurzame producten te kopen. Ze protesteren tegen grote bedrijven en zijn het morgen weer vergeten. Netflixdocumentaires en boeken uit de top 10 van de AKO zijn primaire bronnen voor havisten. Als iets populair is, dan zal het wel goed en belangrijk zijn. En zo denk de havist ook over zichzelf. Havisten vinden alles supererg maar slapen er niet minder goed om. Tenzij hun slaap-app iets anders aangeeft. Dan verzinnen, kopen en bespreken ze een product om hun slaapprobleem op te lossen. Dan tweeten ze erover en worden na een tijdje boos op de producent vanwege een met dronken logica aan elkaar geknoopte conclusies.
Havisme trekt als een trage maar alles verzwelgende modderstroom over de wereld. Een intellectueel beperkte groep van middelmatig gevormde lieden dringt zichzelf iedere dag weer op. De niet-havisten hebben helemaal geen zin om ertegenin te gaan maar dat hebben de havisten ook weer niet door. Die zijn elkaar samen lekker onkritisch aan het bevragen en stellig dingen aan het roepen. Iedere dag wat anders. Als je niet doorhebt dat je te stom bent om het te begrijpen, blaak je van het zelfvertrouwen. Als de havisten iedere dag weer hun bek opentrekken, denken ze dat ze er toe doen.
De enige halve remedie tegen dit zombieleger is simpelweg een havist een havist noemen. Het zal ze een tijdje verwarren. Niet te lang, want ze kunnen maar kort nadenken. Daarna gaan ze door met hun favoriete bezigheid: de onmetelijke inhoud van sociale media bijvullen met hun slecht onderbouwde niksige meninkjes en zo, hup, het havisteninfuus van voorgekauwde middelmatigheid in. En dan ’s avonds in een talkshow een slecht verhaal ophangen voor de medehavisten die onderuitgezakt voor de televisie liggen te twitteren wat ze ervan vinden.
Bah.
Quiz
Wil je weten of je de tekst goed hebt begrepen? Doe dan de quiz!
Vraag 1: Wat is het onderwerp van de tekst?
a) Havisme. Dat staat in de titel.
b) Havisten. Die maakt hij de hele tijd belachelijk.
c) De afwijzing van middelmaat, waarschijnlijk in de schrijver zelf.
d) Ik.
Vraag 2: Is de schrijver zelf een havist, denk je?
a) Nee want hij vindt havisten stom.
b) Onduidelijk. Staat niet in de tekst. Maar het lijkt onwaarschijnlijk.
c) Ik heb de tekst niet gelezen.
d) Iedereen is in meer of mindere mate een havist. Dat kunnen we niet ontkennen. Het is een ethische eis om het juist te erkennen. De schrijver is daarom ook een havist.
Vraag 3: Wat is de kernboodschap van de tekst?
a) Havisten zijn stom. Die moeten we afwijzen.
b) Het vieren van middelmaat brengt meer kwaad dan goed voort.
c) Het is een deugd om een leven lang te proberen te beseffen dat wanneer je iets zeker weet, je het waarschijnlijk helemaal niet weet.
d) Nogmaals, ik heb de tekst niet gelezen.
Vraag 4: Waarom denk je dat de schrijver het over havisten heeft?
a) Het is voor havisten altijd makkelijk geweest om zich niet aangesproken te voelen door met flauwe argumenten te beweren dat ze niet onderwerp van kritiek zijn. Door nu juist (figuurlijk) met twee benen gestrekt tegen havisten in te gaan kunnen ze niet meer vluchten voor verantwoordelijkheid. Ze hebben letterlijk een document thuis met daarop het bewijs dat ze havist zijn. Dat zorgt voor frictie, onbegrip en woede bij havisten, maar ook bij ontspanning en een lach bij niet-havisten. Het losmaken van deze emoties kan zorgen voor impact bij een grote groep lezers. Daarnaast is het leuk om te ervaren dat juist havisten de tekst letterlijk nemen en niet-havisten niet.
b) Hij voelt zich beter.
c) Makkelijk scoren.
d) Ik kies nu een keer voor antwoord b).
Vraag 5: Is dit stuk satire?
a) Ik vind er niets grappigs aan, dus nee.
b) Nee dit is serieus.
c) Ja.
d) Dat ligt eraan wie het op welke manier leest.
Schrijf je antwoorden op. De juiste antwoorden verschijnen in de week van 32 oktember op Twitter.