Hoe werken frequent flyer programma's?

Hoe werken frequent flyer programma's?

Frequent flyer programma's zijn onhandige vehikels die moeilijk te snappen zijn. Gelukkig is er deze blogpost.
Hoe werken frequent flyer programma's?

Let op: dit is een enorme lap tekst van meer dan 4000 woorden (je gemiddelde A4 met tekst bevat er 500). Ik raad je aan dit te lezen wanneer je er tijd voor hebt. Want als je snel door deze tekst scrollt en/of door tijdsdruk stopt met lezen en dan concludeert dat frequent flyer programma’s ‘te veel tijd kosten om te begrijpen’ en mij een maand later weer voor een paar tientjes de wereld over ziet vliegen in business class is dat extra zuur. En besef dat dit geen stoerdoenerij is. Er zijn genoeg mensen om me heen die balen dat ze zich niet eerder hebben verdiept in de wondere wereld van frequent flyerprogramma’s. Ik ben er zelf ook één.

Dat was de bijsluiter.

Er was eens…

Heel lang geleden in een fictief land waar de hoofdstad ook Amsterdam heette, was er een luchtvaartmaatschappij die we voor het gemak en de leesbaarheid maar even De Airline zullen noemen. De Airline verkocht vliegtickets aan iedereen die ze wilde kopen (en kon betalen) en mensen vlogen dan met De Airline naar plekken die ze graag wilden bezoeken. Zo’n beetje hoe iedere luchtvaartmaatschappij werkt, dus.

Een product manager bij De Airline, Ruud Pastinaak, kwam toen een keer op een netwerkborrel een net iets te luide gozer met een jasje en een dasje tegen die zichzelf voorstelde als Boudewijn Montfoort de loyaliteitsconsultant. En omdat product manager Ruud van De Airline en loyaliteitsconsultant Boudewijn (freelance) het goed konden vinden met elkaar én allebei (ook nog eens) nogal graag hockeyden (vooral vanwege de uit de hand lopende verenigingsfeesten, amirite!?) besloten ze eens ‘een koffietje te gaan doen’ om te kijken ‘wat ze voor elkaar konden betekenen’. Lang verhaal kort: Ruud overtuigde het managementteam van de airline om een loyaliteitsprogramma te introduceren. En daarna endorsten ze elkaar op LinkedIn op ‘brand loyalty’ en ‘product management’.

Maar daarmee is het verhaaltje nog helemaal niet uit. Integendeel: het is nog maar net begonnen.

Loyaliteit

Dat loyaliteitsprogramma zag er als volgt uit: iedereen die zich aanmeldde bij dat programma, ‘Airline Miles’ geheten, en vervolgens vloog met De Airline, spaarde precies het aantal afgelegde mijlen in de lucht als punten, die ook Airline Miles heetten, voor extra onduidelijkheid. Dan vloog je bijvoorbeeld met De Airline van Amsterdam Schiphol (AMS) naar Londen Heathrow (LHR) en dan verdiende je met dat programma 231 Airline Miles. Immers, beide luchthavens liggen 231 mijlen van elkaar verwijderd. Die Airline Miles kon je vervolgens weer gebruiken als betaalmiddel voor een nieuwe vlucht. Een gespaarde Airline Mile was precies een tiende waard van de benodigde afstand. Dus bij dat enkeltje AMS – LHR spaarde je 231 punten en je had 2310 punten nodig om in te wisselen voor een nieuwe vlucht van AMS naar LHR. Maar als je bijvoorbeeld van Amsterdam naar Los Angeles (LAX) had gevlogen en 5578 mijlen had afgelegd, spaarde je ook zoveel Airline Miles. Daarmee kon je dan een weer een retour naar LHR ‘kopen’, want dat kostte immers maar 2310 * 2 = 4620 mijlen. En dan had je ook nog eens 958 mijlen over om te besteden.

Dat loyaliteitsprogramma werkte wel aardig en werd ook wel frequent flyerprogramma genoemd. Omdat je frequent moest vliegen om er de voordelen van te ervaren, maar Ruud en Boudewijn deden dat af als ‘een semantische discussie’, waarna ze vaak tegelijk de VVD-lach inzetten.

Mensen werden door het programma loyaler aan De Airline en de klantretentie werd zo beter. Precies wat de bedoeling was en Ruud kreeg een mooie bonus en hij vierde deze financiële opsteker met Boudewijn in een veel te duur sushirestaurant en zette dat op Instagram, maar hij had een Androidtelefoon dus je kon het nauwelijks zien door de slechte beeldkwaliteit.

Grote cirkel in kaartbrenger

Intussen was er een websitebouwer die een vraag zag waarin hij in aanbod kon voorzien. Voor iedereen die wilde weten hoe ver luchthavens van elkaar af lagen, bouwde hij de website Great Circle Mapper. Daar kon je zoeken op stadsparen (bijvoorbeeld AMS-LHR) of routes (bijvoorbeeld AMS-LHR-LAX) en direct het aantal mijlen per route of segment zien. Wel zo handig. Dus die website werd ook flink bezocht door mensen die zich interesseerden in het sparen van Airline Miles.

Bonus

Mensen die vaak business class vlogen met De Airline vonden dat loyaliteitsprogramma trouwens niet helemaal eerlijk. Ze verdienden evenveel Airline Miles als mensen in economy class terwijl hun tickets veel duurder waren. Dan loonde het soms niet om in business class te vliegen. De prijskwaliteitverhouding was nogal scheef, vonden ze. Dus gingen ze zeiken op Twitter.

De sociale mediahelpdesk van De Airline nam deze feedback ter harte en na wat interne memo’s en brainstormsessies en vergadering bracht Ruud structuur aan in de hoeveelheid Airline Miles die je kon verdienen als klant van De Airline. Het aantal verdiende mijlen was zo niet meer voor iedereen hetzelfde. Business classpassagiers (die tickets kochten in de boekingsklasse J) gingen nu 2x zoveel mijlen als economy classpassagiers (boekingsklasse Y) verdienen en verder werd er afgesproken dat je met economy classtickets met een gereduceerd tarief (in de boekingsklasse O) nog maar 50% van de afgelegde mijlen spaarde als Airline Miles. Zo zag de verdeling van verdiende Airline Miles er dan uit:

  • Business class (J): 200% van gevlogen afstand
  • Economy class (Y): 100% van gevlogen afstand
  • Economy class met korting (O): 50% van gevlogen afstand

Zo, dat was mooi geregeld. De businessclasspassagiers waren blij. Ze betaalden immers meer voor hun ticket en verdienden nu ook meer Airline Miles, terwijl ze wel even ver vlogen als iedereen in het vliegtuig. En de slimmeriken die goedkope tickets kochten, verdienden nu slechts 50% van de afgelegde mijlen als punten. Een soort van devaluatie van het programma, voor hen dus.

Inmiddels werd het wat lastiger om Airline Miles uit te leggen. Omdat het niet stond voor het aantal gevlogen mijlen maar ook niet voor het aantal mijlen wat je er mee kon ‘kopen’.

Allianties

Er werd gebeld. Het was ALM, de Amerikaanse Luchtvaartmaatschappij (die voor het gemak in dit verhaal een Nederlandse afkorting hanteerden). Ze hadden net als De Airline een loyaliteitsprogramma gecreëerd en aangezien ze met elkaar samenwerkten (de ALM voerde vluchten uit die je kon boeken bij De Airline, en andersom), leek het ALM wel handig dat je ook mijlen kon sparen op elkaars vluchten en bovendien ook je gespaarde mijlen kon gebruiken als betaalmiddel voor elkaars vluchten. Dat vond De Airline ook. Dus dat werd geregeld. Het was dan wel zo dat je per vlucht maar bij één airline mijlen kon sparen voor een vlucht (dit lijkt heel logisch maar in deze fictieve wereld zijn er veel mensen die de vraag stelden of je je gevlogen mijlen meerdere keren kunt sparen bij verschillende programma’s) en die gespaarde mijlen kon je niet van het ene programma naar het andere sturen (dit werd ook in de Algemene Voorwaarden vermeld vanwege net zoveel vragen van klanten). Dus hoewel ALM en De Airline samenwerkten, waren ze nu ook een beetje aan het concurreren met elkaars loyaliteitsprogramma’s. De ALM noemde de gespaarde mijlen FlyPoints. De airline noemde ze nog steeds Airline Miles. Ze waren ongeveer hetzelfde dus, maar ook weer helemaal niet.

Échte loyaliteit

Weer werd er gezeikt door klanten. Nu op Facebook. Deze keer waren het mensen die vrij regelmatig met De Airline vlogen. Ze waren lid van twee verschillende loyaliteitsprogramma’s (die van De Airline en die van ALM) omdat het niet zoveel uitmaakte waar je je mijlen spaarde. Dan weer bij de één en dan weer bij de ander. Binnen de airline-alliantie van De Airline en ALM kon je toch bij beide je mijlen sparen. De klagende Facebookers wilden best graag loyaal zijn aan het ene loyaliteitsprogramma, maar dan wel iets extra’s krijgen. En daarom werden product manager Ruud en loyaliteitsconsultant Boudewijn weer ingeschakeld. En zij verzonnen iets briljants (vonden ze zelf vooral toen ze daar later een artikel over schreven in Adformag, een magazine voor en door middelbare mannen met een spijkerbroek, cokeverslaving, sneakers en een jasje).

Status

Ruud en Boudewijn hadden een stagiair ’s avonds laat een mooie Powerpointpresentatie laten maken waarop zij de volgende dag aan het managementteam het volgende voorstelden: wanneer je een zeker aantal Airline Miles had gespaard, dan kreeg je een hogere status binnen het loyaliteitsprogramma. En die hogere status had wat voordelen. Bijvoorbeeld gratis upgrades van economy naar business class als er beschikbaarheid was, toegang tot lounges op luchthavens met gratis chips en bier en nog eens een extra bonus op gespaarde mijlen. En dan waren er drie verschillende statussen, die natuurlijk te behalen waren met steeds meer gespaarde punten. Die punten zou je als deelnemer in het loyaliteitsprogramma dan wel in een periode van een jaar moeten halen. Wanneer je de status had behaald, kreeg je een jaar die status en datzelfde jaar de tijd om je status te behouden of zelfs te vergroten. Iedere deelnemer in het programma begon met Blauw, werd bij 50.000 gespaarde airline miles ‘Zilver’, bij 100.000 ‘Goud’ en bij 250.000 zelfs ‘Platinum’. Platinumleden mochten in hun eigen aparte lounge plaatsnemen, met gratis sigaren en een champagnebar met meer dan 200 soorten, die uiteraard ook gratis te drinken waren. En ze kregen 300% extra Airline Miles per vlucht. Dat was natuurlijk heel erg aanlokkelijk, maar je werd dan ook niet zomaar Platinumlid. Dat had het loyaliteitsprogramma van De Airline goed bekeken. De retentie werd nóg beter.

Het managementteam vond het natuurlijk weer een prachtig plan (maar Ruud was dan ook de neef van de CEO) en het werd zo snel mogelijk ingevoerd, natuurlijk zonder te testen want daar was ‘geen tijd voor’. Ruud en Boudewijn zetten het andermaal op een zuipen. In die champagnebar natuurlijk (ze hadden zichzelf twee platinumlidmaatschappen toebedeeld).

En ook veel klanten waren blij. Ze gingen alleen nog maar punten sparen bij De Airline omdat ze graag een hogere status wilden behalen. Met genoeg gespaarde Airline Miles kon je dan zelfs als economy classpassagier naar de lounge en kreeg je dus soms upgrades naar business class, terwijl je een economy classticket geboekt had. Dat was helemaal mooi. Die allure van verschillende statussen zorgde ervoor dat veel klanten nu écht loyaal werden en meer tickets bij De Airline kochten.

Brianair

Er was trouwens ook een nieuwe airline opgericht, Brianair, waar ze niets moesten hebben van loyaliteitsprogramma’s. Daar wilden ze vooral heel veel geld verdienen (je kreeg bijvoorbeeld een boete als je je boardingpass niet had geprint) en stelden ze intern zelfs staanplaatsen voor passagiers voor. Het was echt een verschrikkelijke airline, maar er vlogen wel veel mensen mee, vanwege de extreem lage prijzen. Dat de vluchten vooral van vliegvelden in Duitse weilanden en tochtige Britse militaire vliegvelden in veengebieden werden uitgevoerd om 4 uur ’s nachts, werd vaak vergeten. Het had niet zo heel veel meer te maken met comfortabel vliegende van A naar B te maken en daarom laten we Brianair in dit verhaal even links liggen.

Bij ALM zaten ze intussen niet stil. Ze zagen hoe succesvol het programma van De Airline was en ze besloten ook iets dergelijks in te voeren. Ook bij ALM werden er drie trappen van statussen ingevoerd, maar daar heetten ze Bronze, Silver en Gold (de beginstatus was White). En om die status te behalen moest je niet een bepaald aantal FlyPoints halen maar er werd een heel nieuw systeem ingevoerd. FlyPoints bleven bestaan en daar kon je nog steeds nieuwe tickets mee kopen, maar ernaast kreeg ieder ticket een aantal StatusPoints. Een lange vlucht in business class kreeg bijvoorbeeld 250 StatusPoints. Een korte vlucht in economy maar 20. En bij 500 StatusPoints werd je al Bronze, bij 1000 werd je Silver en bij 2500 werd je Gold member. Bij ALM hadden ze een whiskybar. Geen champagnebar.

Waarde

Omdat je nog steeds op vluchten van ALM mijlen kon sparen bij de Airline en andersom, gingen mensen rekenen. Wat was nu het beste programma? Dat werd steeds lastiger omdat er nu twee verschillende programma’s waren met elk twee onderdelen: de tier points (waarmee je je status behaalt) en de award points (waarmee je nieuwe tickets kon boeken). Je spaarde beide punten met één ticket, maar het was nu ongeveer per ticket even puzzelen welk loyaliteitsprogramma het meeste opleverde.

Intussen was er een andere websitebouwer die zijn kans schoon zag. Hij bouwde een website met een handig overzicht van alle airlines en alle programma’s en noemde het wheretocredit.com. Die website beantwoordde eigenlijk de vraag die iedereen constant had: bij welk programma kan ik het beste mijn mijlen sparen?

En het werd er niet gemakkelijker op toen de Aziatische partnerairline van ALM en De Airline, Asia Airways, óók een loyaliteitsprogramma, genaamd AsiaMiles, invoerde. Ook met tier points en award points. Nu waren er dus drie airlines met ieder een loyaliteitsprogramma, met ieder twee soorten mijlen om te sparen. En dan was dit nog maar één alliantie van samenwerkende luchtvaartmaatschappijen.

Asia Airways had inmiddels een flinke vloot en vloog op veel bestemmingen via hun hubluchthaven in het Midden-Oosten: die in het geografisch vrij gunstig gelegen land Iral. Er was een grote kans dat je met Asia Airways via Iral vloog als je een voordelig ticket naar Zuidoost-Azië zocht. Het was dan even puzzelen bij welk loyaliteitsprogramma je het beste je punten kon sparen. Dat hing er natuurlijk ook nog vanaf waar je al een hogere status had, omdat een hogere status je weer een bonus op je gespaarde mijlen gaf. Maar gelukkig kon je dat bij wheretocredit.com aardig eenvoudig zien.

Creditcards

Asia Airways had trouwens ook een samenwerking met één van de grootste creditcardmaatschappijen van de wereld: KingCard. Als je een KingCard had van Asia Airways, spaarde je per uitgegeven dollar een AsiaMile, die je weer kon inwisselen bij het loyaliteitsprogramma van de airline. Dat was nogal aantrekkelijk. Bovendien gaf Asia Airways een bonus van maar liefst 50.000 AsiaMiles wanneer je binnen drie maanden ten minste 2500 dollar uitgaf met die creditcard. En als je iemand uitnodigde voor een KingCard van Asia Airways en de aanvraag werd goedgekeurd, dan kregen jij en die nieuwe aanvrager allebei 25.000 AsiaMiles.

Een nadeel van AsiaMiles was dat je er weliswaar meer kon sparen, maar je had er dan ook meer nodig bij het inwisselen voor vluchten. Het maximale waar je die 50.000 AsiaMiles voor kon inwisselen was bijvoorbeeld een enkeltje in business class van Bang Kong naar Hongkok.

Er waren ook andere allianties van samenwerkende luchtvaartmaatschappijen. Daar gebeurde hetzelfde. Binnen die allianties kon je ook op iedere vlucht mijlen sparen bij je loyaliteitsprogramma naar keuze, mits ze bij de alliantie hoorden, ieder met z’n eigen voor- en nadelen. Er waren drie grote allianties met ieder wel tientallen samenwerkende luchtvaartmaatschappijen met allemaal hun eigen regels om te sparen en uit te geven. Bovendien waren er ook nog luchtvaartmaatschappijen die buiten hun alliantie samenwerkingen met elkaar aangingen, luchtvaartmaatschappijen zonder alliantie die met veel verschillende andere luchtvaartmaatschappijen samenwerkten en luchtvaartmaatschappijen die helemaal geen loyaliteitsprogramma hadden omdat ze dan onzinnig vonden.

Wheretocredit.com werd druk bezocht. En ook gcmap.com had aardig wat verkeer. Maar het werd er niet overzichtelijker op.

Hotels, auto’s en fouten

Intussen was er namelijk een wereld ontstaan waar je op vele honderden manieren mijlen kon sparen, statussen en bonuspunten kon behalen door te vliegen, aankopen te doen, andere mensen uit te nodigen, maar ook bijvoorbeeld extra punten kon behalen door in hotels te overnachten (het aantal gespaarde mijlen was natuurlijk afhankelijk van het type kamer) of door auto’s te huren bij samenwerkende autoverhuurbedrijven. Soms ook weer met speciale bonussen. En dan waren er altijd loyaliteitsprogramma’s die speciale tijdelijke acties invoerden, soms zonder er goed over na te denken. Er was altijd wel een product manager die niet goed nadacht omdat hij van zijn nachtrust geen prioriteit had gemaakt. Zo ontstonden er forums van mensen die foutjes of zogenaamde ‘sweet spots’ in deze programma’s opspoorden en met elkaar deelden. Op die forums vond je dan slimmigheden om bijvoorbeeld snel mijlen te sparen of bij welk loyaliteitsprogramma goede verhoudingen tussen gespaarde mijlen en wat je ervoor kon ‘kopen’ te vinden waren.

Welke mijl?

Uiteindelijk sloeg de term ‘mijl’ helemaal nergens meer op. Ja, wel voor afstand, maar niet voor valuta in een loyaliteitsprogramma. En sommige mensen noemden het dan ook gewoon een punt. Wanneer iemand vroeg wat zo’n ‘mijl’ of ‘punt’ waard was, dan kon eigenlijk niemand daar antwoord op geven. Omdat dat per loyaliteitsprogramma verschilde en afhankelijk was van wat je er mee wilde. Bovendien sliepen die product managers van die programma’s misschien wel slecht, soms dachten ze wel goed na en devalueerden ze hun programma’s waardoor het inwisselen van mijlen voor vluchten steeds moeilijker werd.

Toeslag

Ruud en Boudewijn wisten trouwens al lang dat de prijs van een vlucht niet per se te maken had met de afstand. Ja, brandstof was wel afstandafhankelijk maar het was niet de grootste kostenpost van luchtvaartmaatschappijen. Een ticketprijs had met veel meer dingen te maken. Het sloeg dan soms nergens op dat het ene ticket in euro’s veel duurder was dan het andere, maar in Airline Miles hetzelfde (omdat de afstand even groot was). Dus besloten de twee knapen het loyaliteitsprogamma voor iedereen gemakkelijker te maken: ze deelden de wereld op in zones. Dan was het veel makkelijker rekenen. De ticketprijs in gespaarde Airline Miles was dan afhankelijk van de zone en natuurlijk kostte een business class ticket meer gespaarde Airline Miles dan een economy class ticket. Ook was de prijs van een zone natuurlijk afhankelijk van in welke zone de vlucht begon. Zone A (Noord-Europa) naar Zone B (Zuid-Europa)? 10.000 Airline Miles in economy. 20.000 in business. Enzovoorts. Tot aan wel 350.000 Airline Miles voor een retourticket in business class naar Zone K (Oceanië).

Ik hoef nu niet meer te vertellen dat het managementteam dat ook een tof idee vond en dan Ruud en Boudewijn weer shitfaced werden, maar dat gebeurde dus wel. En dit idee werd ook weer overgenomen door allerlei andere loyaliteitsprogramma’s. Maar niet allemaal. Het ene programma besloot ook zones te gebruiken, maar wel anders geografisch afgebakend (ieder programma hanteerde weer een andere definitie van ‘Midden-Oosten’ bijvoorbeeld). Het andere rekende nog gewoon met mijlen en weer een andere maakte groepjes van afstanden. Dus bijvoorbeeld alle vluchten tussen de 0 en 500 mijlen kostte je 10.000 gespaarde mijlen en alles tussen de 500 en 1500 kostte je 20.000 mijlen. In economy dan he. In economy comfort was het 30.000 mijlen en in business class 40.000 mijlen. Sommige programma’s gebruikten de totale vliegafstand om de prijs in mijlen te bepalen en anderen keken gewoon naar het begin- en eindpunt zonder rekening te houden met een eventuele overstap.

Brandstoftoeslag

Intussen was er trouwens ook brandstoftoeslag ingevoerd binnen ticketprijzen, door vrijwel iedere airline (om zich zogenaamd te wapenen tegen schommelende brandstofprijzen). Dat was niet echt een toeslag en had ook niet echt met brandstof te maken, maar het was sindsdien wel onderdeel van veel tickets. En die toeslag was vrijwel overal verschillend. Er bestond geen toeslag op vluchten binnen Europa, maar wel op vluchten uit Europa naar andere continenten. En weer minder of niet van andere continenten naar Europa. En die brandstoftoeslag kon je niet ‘kopen’ met je gespaarde Airline Miles of FlyPoints. Dus als je dan een award ticket wilde kopen met je gespaarde mijlen, dan moest je alsnog brandstoftoeslag betalen. Dat maakte zulke vluchten dus niet gratis, maar nog steeds vaak heel erg voordelig. Je betaalde dan ook nog steeds voor wat andere extra belastingen zoals voor het gebruik van de luchthaven en de veiligheidscontrole, zoals je bij bijna ieder ticket doet. En dan maakte het wel uit waar de vlucht begon, maakte de tussenstop dan weer niet zoveel uit (ook al stapte je daar uit en ging je de stad bekijken), maar de eindbestemming wel. Dus ticketprijzen werden er niet gemakkelijker op.

Spaghetti

En intussen was het 2018 en was deze grote spaghetti van programma’s, airlines, award mijlen, tier mijlen, allianties, toeslagen en zones de situatie in het echt.

Daar zijn we nu.

En hoewel dit bovenstaande een verhaal is met allemaal fictieve airlines en regels, zijn de constructies wel echt. En dat zorgt voor heel veel conclusies, die hopelijk door bovenstaand verhaal wat beter te begrijpen zijn. En binnen die conclusies gebruik ik de term punten voor gespaarde mijlen.

Wat hebben we geleerd?

  • Er zijn heel veel airlines en heel veel loyaliteitsprogramma’s.
  • Voor een loyaliteitsprogramma moet je je aanmelden (en dat kan overal gratis) want je spaart niet automatisch punten bij een vlucht.
  • Als je punten wilt sparen met een vlucht, kun je je frequent flyer nummer van het loyaliteitsprogramma toevoegen aan de boeking. Dat kan vaak direct bij het boeken, dat kan bij het inchecken en dat kan ook achteraf als je de boarding pass bewaart of fotografeert en die samen met het ticket opstuurt naar het loyaliteitsprogramma. Soms gaan de eerste twee opties mis en daarom is het handig om altijd een boarding pass te fotograferen, te screenshotten of te bewaren.
  • Het aantal te sparen punten is dus (onder andere) afhankelijk van de afstand, de boekingsklasse en je behaalde status bij een programma. De afstand is gemakkelijk te vinden met Great Circle Mapper en de boekingsklasse is lastiger te vinden (Expedia toont ‘m als één van de enige vliegticketzoekmachines in z’n zoekresultaten en veel andere online travel agencies niet) maar je kunt die boekingsklasse meestal wel vinden bij de airline zelf en je status bij een programma weet je als het goed is wel. Je kunt dan bij wheretocredit.com nog voordat je een ticket boekt zien hoeveel punten je eventueel kunt sparen bij welke programma’s en zo een wat beter geïnformeerde keuze maken.
  • Meestal kun je voor een vlucht binnen een alliantie alleen punten sparen bij loyaliteitsprogramma’s van luchtvaartmaatschappijen binnen die alliantie, maar er zijn uitzonderingen.
  • De grootste allianties zijn Oneworld (met onder andere British Airways, Malaysia Airlines, Cathay Pacific en American Airlines), Star Alliance (met onder andere Lufthansa, Singapore Airlines, Air Canada en United Airlines) en Skyteam (met onder andere KLM, Garuda Indonesia, Delta Air Lines, China Southern en China Eastern).
  • Het loont, als beginner, om sowieso per alliantie één loyaliteitsprogramma te kiezen om je punten bij te sparen. Wanneer je dan vliegt bij een luchtvaartmaatschappij binnen een alliantie, kies je het programma van je keuze en vul je je lidnummer in bij een boeking. Je kunt (dus) (meestal) niet punten sparen bij een loyaliteitsprogramma van een luchtvaartmaatschappij van de ene alliantie terwijl je vliegt met een luchtvaartmaatschappij uit de andere. Voorbeeld: je kunt niet op British Airwaysvluchten (OneWorld alliantie) punten sparen bij het loyaliteitsprogramma van KLM (Skyteam alliantie) FlyingBlue. Andersom ook niet.
  • Welk loyaliteitsprogramma je kiest, is dus afhankelijk van wat je er mee wilt. Persoonlijk vind ik het loyaliteitsprogramma van Oneworldlid British Airways, Executive Club, erg fijn. Met de punten, Avios heten ze daar, heb ik voordelig in business class in Azië met Cathay Pacific kunnen vliegen (want dezelfde alliantie). Veel punten had ik gespaard met een vlucht met Qatar Airways (ook dezelfde alliantie). Ik had ook een account bij American Airlines (ook dezelfde alliantie) en onlangs heb ik de daar gespaarde punten (meer dan 30.000) ingewisseld voor drie business class vluchten achter elkaar: met Royal Jordanian van Tel Aviv naar Amman en Amman naar Doha en van Doha naar Colombo met Sri Lankan Airlines (allemaal in de Oneworld alliantie). Nu zijn m’n punten bij American Airlines (het programma heet AAdvantage) op en zal ik in het vervolg voor m’n OneWorldvluchten punten sparen bij British Airways (ik ben daar trouwens Silver Member dus spaar daar ook extra snel door bonussen).
  • Als je niet veel vliegt, maar je wel wilt verdiepen in het sparen van punten en je wilt heel graag een keer punten inwisselen voor een vlucht, dan loont het om een favoriete alliantie te kiezen en voornamelijk daar mee te vliegen. Dan is het soms best verstandig om iets meer te betalen voor een vlucht met een andere airline, omdat je door de gespaarde punten sneller genoeg punten hebt om een nieuw ticket te ‘kopen’.
  • Business classtickets zijn in cash vaak ongeveer een factor vier duurder dan economy classtickets. Wanneer je punten inwisselt voor vluchten zijn ze vaak twee keer zo duur als economy classvluchten. En hoewel een economy classticket met punten altijd voordeliger is dan een business classticket, ben je bijna een dief van je eigen portemonnee als je niet business class vliegt met je gespaarde punten.
  • Loyaliteitsprogramma’s werken voor beide partijen. Ik kies vaker voor een Oneworldvlucht omdat mijn Silver status bij British Airways me loungetoegang geeft en prioriteit bij boarden. Tegelijk spaar ik ook veel sneller punten omdát ik die status heb. En ik zal dus vaker British Airways vliegen en dat vind British Airways weer leuk.
  • Het is niet per se logisch om het loyaliteitsprogramma te kiezen van de airline waarmee je het meeste vliegt. Ik vloog veel met KLM, maar spaarde m’n punten bij Delta, bijvoorbeeld. Dat wil niet zeggen dat jij het ook moet doen.
  • Het is belangrijker dát je überhaupt punten spaart, dan wáár je ze spaart, maar het loont zeker om uit te zoeken waar je ze het beste kunt sparen. Dat ga ik niet voor je doen, want dat is voor iedereen dus anders.
  • Loyaliteitsprogramma’s heten ook wel frequent flyerprogramma’s. Die naam is niet per se de beste (loyaliteitsprogramma’s ook niet) omdat je, als je goed nadenkt en onderzoek doet, helemaal niet zo frequent hoeft te vliegen om er je voordeel mee te doen.
  • Je kunt vaak tot een jaar na je vluchten nog punten ontvangen. Daarvoor heb je dus wel je (e-)ticket en boarding pass nodig, maar is vrij eenvoudig via het googelen van de term ‘retroclaim’ en de naam het loyaliteitsprogramma of de airline te vinden.
  • Je kunt inderdaad met hotelovernachtingen, autohuur en aankopen met een creditcard extra snel punten sparen. In Nederland is er niet echt een creditcardcultuur zoals in de Verenigde Staten, maar met een American Expresskaart krijg je een mooie aanmeldbonus, spaar je met je aankopen punten én kun je ze overboeken van je American Expressaccount naar veel verschillende programma’s van verschillende allianties. Handig als je bij meerdere loyaliteitsprogramma’s spaart en soms een klein beetje extra punten nodig hebt om een vlucht te boeken (of om in één keer precies het aantal benodigde punten over te boeken voor die speciale vlucht die je wilt).
  • Na dit ellenlange verhaal is het misschien nog steeds niet duidelijk. Dus als je de cirkel rond wil maken door meer over de achtergronden van luchtvaart te willen weten én trucs wilt kennen voor het zoeken, vinden en boeken van goedkope vliegtickets (met veel punten—nooit met Brianair of iets vergelijkbaars), dan raad ik je vooral mijn boek Thuisblijven is duurder aan.

Lees alles en krijg nieuwe posts in je mailbox